Maandelijks archief: november 2016

Over leven

‘Je moeder is gek met jou’, zegt man. ‘Mijn moeder is ook gek zonder mij’, antwoordt zoon. Ik zou gek worden zonder jou, denk ik, terwijl zoon zich – lachend en geërgerd tegelijkertijd – los wringt uit mijn maar half gelukte omhelzing. Het is zo’n dag. Zo’n dag waarop de zon schijnt, vogels fluiten en bloemen geuren. Zo’n dag waarop leven sterft. Zo’n dag waarop je vertrouwde wereld vergaat terwijl jij wilt vasthouden aan wat was. Een geboortedag; de eerste dag van je leven na de dood.

Het bestaat dus: leven na de dood. Dat merk je als je de dood van je geliefde mens overleeft. Overleven. Gemis, heimwee en verlangen; het beslaat veel, zo niet alle levensruimte. Soms zo verstikkend dat je diep moet zuchten. Want adem, leven, laat zich niet tegenhouden. Het wringt zich uit de verstikking, omdat het naast verdriet ook andere kleuren, tonen en geuren kent.

Het bestaat: leven na de dood. Dat merk je als je de dood van je geliefde mens overleeft. Deze mens is zo belangrijk dat zij/hij voortleeft. In je herinnering, hart en ziel. Haar/zijn aanwezigheid heeft je mede gevormd en blijft verankerd als een innerlijke kompas. Een wegwijzer. Want leven, adem, vindt een weg. Omdat het naast verdriet ook andere kleuren, tonen en geuren kent.

Maar daarvoor is het nu nog te vroeg. Vandaag is samenkomen en huilen genoeg.

Ritueelbegeleider en uitvaartspreker: www.evelienhulter.nl
Blog: www.witregels.nl

Waarom verandering van perspectief soms je leven kan verlengen

En ineens weet je: het is tijd om iets nieuws te starten en te vertrouwen in de magie van het begin – Meister Eckhart

Het is een zonnige herfstdag. Bladeren zoeken dwarrelend de grond om te vergaan tot voedsel voor de boom waaraan ze hingen. Laatst, tijdens een evaluatiegesprek, vergeleek ik mezelf nog met een afgevallen herfstblad. Maar wat is de toekomst van zo’n blad, mijmer ik, waarna mijn aandacht wordt getrokken door een geëmotioneerde stem op de radio. Giel Beelen neemt afscheid van zijn ochtendshow op 3FM. Nam radio voorheen alle ruimte in, nu is hij verliefd. Op alternatieve media. Hij houdt nog steeds van radio maken, maar er zijn meer mogelijkheden. En die wil hij ontdekken. Hij is geëmotioneerd omdat hij iets dierbaars afsluit. Tegelijkertijd is hij onderweg naar de toekomst. In gedachten vergelijk ik hem met een boom dat een blad laat vallen, waardoor ruimte ontstaat voor een nieuwe knop.

Waarom Giel vergelijken met een boom en mezelf met een blad?
Kwestie van perspectief.
Zolang ik organisaties vergelijk met een boom en mijzelf met een herfstblad, kan ik niet anders dan vergaan op het moment dat ik me los maak, en hopelijk voedsel zijn voor de boom. Verander ik mijn perspectief, dan gun ik mezelf een andere toekomst. De organisatie wordt het blad. En ik de boom die een blad verliest.

Is dat erg, een blad verliezen? Niet per se, maar dit blad is me dierbaar. En toch laat ik ‘m los; dit blad dat de jaargetijden ving in een warm okergeel en donker koperrood met wat spetters vuur, een enkele lentegroene stip en wat rafelige gaten. Ik overweeg nog even ‘m te drogen, maar gedroogd is de glans er af. En dat doet het blad geen recht. Nee, laat dit herfstblad maar vergaan en voedsel worden.

Ruimte

Oktober keramiekmaand – kom, en verwonder u in de tuinen van Mien Ruys. En dat doe ik. Een speels bospad leidt via een molensteen, die met zijn opborrelende water gevallen bladeren naar de rand drijft en soms erover, naar een theehuis. De open haard verwarmt behaaglijk en nodigt uit tot verpozen. De deur die toegang geeft tot de tuinen staat verleidelijk op een kier; de beloofde verwondering lonkt, de thee kan wachten.

Ik kom vaker in de tuinen. Om Eva gedag zeggen. Ze staat altijd bij die ene appelboom. Omdat er nooit een appel onder de boom ligt, vermoed ik dat Eva plukt en deelt.
Vandaag struin ik opgewekt via de gebaande paden – met links en rechts kunstwerken die verwonderen – richting Eva. Zodra ik de proeftuin inloop, mis ik haar. Ik haast me vol ongeloof naar de boom en zie naast de stam appels waarvan de pitten bijna zijn opgenomen in de aarde. Ontdaan sta ik stil. Na een tijdje vervolg ik stilletjes mijn weg, keer om en sta opnieuw stil bij de appelboom. De zon schijnt, maar dat merk ik niet. Ach Eva. Waar ben je?

Recalcitrant banjer ik door het gras. De keramieken beelden die hier slechts een maand staan en waar ik dus nu van moet genieten, krijgen onvoldoende aandacht. De vaste collectie – die ik vaak fotografeer want zo prachtig als er een zonnestraal op valt of een regendruppel aan hangt – boeit vandaag niet. Zelfs mijn favoriete ‘vredige’ tuincompositie stopt de onrust niet, sterker nog, niets is er goed aan – waardeloos. Totdat ik de schapen zie. Als altijd liggen ze in het gras. Te wachten. Of niet te wachten. Dat kan ook. Moeilijk te zeggen wat versteende schapen nou precies doen. Vandaag lokken ze mij van de route en zodoende nader ik via een ongebaand pad de vijver. En daar zie ik ze. Verscholen tussen het riet. Nee niet verscholen, eerder opgaand in de omgeving en toch ook duidelijk zichzelf. Ze ontroeren, creëren ruimte. Herkenning zonder naam. Toch wil ik benoemen en speur ik naar een naamplaat. Lichtpuntjes.

De tuinen van Mien Ruys (2013)

Ik was bijna alleen in de tuinen, hoorde de bladeren ritselen en de vogels fluiten. Paradijs. En om het helemaal compleet te maken zag ik Eva. Ze plukte net de appel. Adam was in geen velden of wegen te bekennen en de slang was ‘m ook gepeerd. Ook Eva wist blijkbaar wat het gevolg van de appelpluk zou zijn; ze had uit voorzorg al een vijgenblad rond haar middel gedrapeerd. Maar deze (veronderstelde) kennis kon Eva niet weerhouden de appel te plukken, zo is Eva dan ook wel weer.
Bij gebrek aan Adam, heb ik de appel aangenomen. Anders blijft Eva er maar mee zitten en ze deelt juist zo graag.

Ik keek rond of ik een Adam zag aan wie ik de appel kon geven. Wel een jonge man op een grasmaaier gezien, maar geef je die zo’n appel? Misschien is hij wel heel gelukkig.
Ik heb nog even gezocht naar eieren. Niks gevonden. Dat zul je altijd zien. Wel de appel, niet het ei. Nou ben ik ook niet zo heel erg idolaat van een ei, maar zonder ei, dat is ook geen leven. Doorzoeken dan maar… Of juist niet zoeken en toch iets vinden…

Tijdens mijn zoektocht besloot ik een flinke hap uit de appel te nemen.
Smaakte uitstekend.
Gelukkig verslikte ik me niet in de appel. Je zult maar honderd jaar moeten wachten op een prins die je wakker kust. En als er niemand komt of de prins wil je niet kussen, slaap je dan nog eens honderd jaar of stopt dat een keer.
Ja, dat krijg je met zo’n appel. Je gaat aan alles twijfelen. Wat vroeger logisch was, is nu een vraag. En één antwoord, dat krijg je niet. Er zitten altijd weer meerdere kanten aan een zaak. Grote kans op misverstanden, ruzie, dat soort dingen. Toch gek dat wat je ogen opent, je blik vertroebelt. Zelfs een open oog voor een vertroebelde blik is geen garantie voor helder zicht. En dat schijnt dan weer met je allergie te maken te hebben.

Blijft mooi, de tuinen van Mien Ruys.